Tuesday, January 23, 2018

Rondreizen met randdebielen

Er was eens een aantal verschrikkelijke mensen. Deze verschrikkelijke mensen kenden elkaar niet. Ze kwamen van verschillende plaatsen in de wereld en hadden bijna niets met elkaar gemeen. Bijna niets, behalve twee dingen: ze spoorden voor geen meter en ze hadden allemaal dezelfde groepsreis geboekt via Internet. Een groepsreis van 8 maanden, over land van Alaska naar Brazilië. Acht maanden op elkaars lip, gezamenlijk etend, drinkend, slapend, kokend, reizend en ruziemakend als een stelletje meelijwekkende kleuters.

Ze reisden met een omgebouwde vrachtwagen (laten we het voor het gemak maar een bus noemen) met capaciteit voor 40 passagiers. Dit soort “overland” bussen vervoert naast de algemene bagage ook tenten, stoelen, tafels, een complete keuken met gaspitten, potten, pannen en een paar grote koelboxen. Deze specifieke reis was een low-budget reis waarbij zoveel mogelijk gekampeerd en gekookt moest worden. Dit betekent dat er een bepaald budget is waarbinnen moet worden gebleven, inclusief af en toe een (gratis) “wildcamp”: ergens aan de kant van de weg stoppen, koken, slapen, ontbijten en weer verder. Dit alles om de kosten van de reis laag te houden. Dit was dan ook de goedkoopste reis die beschikbaar is: ver onder de prijs van rivalen zoals Tucan Travel, Oasis en Dragoman. Iedere kampeer dag had een groepje van drie personen de taak om eten te kopen, te koken, af te wassen en de bus te dweilen/ vegen en de volgende morgen het ontbijt te verzorgen. Daarna was een ander groepje aan de beurt en op deze manier moest iedereen gemiddeld 1x per week koken. Teamwerk dus, want zo gaat dat in het “overlanden”. In Zuid-Amerika is dit wel redelijk simpel omdat de meeste landen vrij modern zijn. Lange stukken lopen om water te halen of regelmatig de wielen van de bus uit de modder graven komt hier niet echt voor. Dit kunnen hele leuke reizen zijn, maar ook kan het door maar een paar rotte appels verschrikkelijk verpest worden. En dat was bij deze reis precies het geval.




Nienke werd gevraagd de begeleiding van deze reis halverwege over te nemen vanaf Cartagena in het noorden van Colombia. Dit zou vier en een halve maand gaan duren en Nienke had daar wel zin in want die kende Zuid-Amerika inmiddels op haar duimpje en miste het erg om daar te zijn. Ook zou ze weer met Jono gaan werken, de chauffeur van de reis met wie ze al eens eerder een reis had begeleid en met wie ze sindsdien bevriend was gebleven. Ze miste dit soort werk want ze vond de levensstijl heerlijk, altijd onderweg naar mooie plekken, nooit een idee welke dag het is, en ze vond het ook altijd leuk om direct met mensen te werken. De kans om hier bijna twee jaar later weer in te stappen greep ze dan ook met beide handen aan!

Het begon al niet zo goed. Een van de eerste dingen die er moest gebeuren was Puiloog op het matje roepen en hem een laatste waarschuwing geven. Best vervelend als je dat soort problemen erft middenin een al bestaande reis die je zelf net begint. Maar goed, deze man (een dikke, agressieve Iraniër van 65 jaar oud) had een aantal mensen op de tour bedreigd waaronder een kankerpatiënt. Hij had een kort lontje en was onstabiel en sommige mensen voelden zich niet op hun gemak met hem in de buurt. Samen met Jono werd dit met Puiloog besproken. Hem werd duidelijk uitgelegd dat als er nog één voorval zou komen, hij van de reis af zou worden gestuurd. Dit vond Puiloog niet leuk. Sterker nog, hij zat zo te trillen van woede dat zijn pelikanenkinnen 5 minuten later nóg na schokten. Je kon nu al zien dat dit niet meer goed zou komen, Met valse, hatelijke ogen zat hij te broeden op wraak.

De trip ging van start en Nienke leerde alle passagiers kennen. “I’m a doctor, you know” zei Briebel, een vieze oudere man met schilfers op zijn gezicht, bonken snot aan zijn buitenste neusharen, het avondeten van de dag daarvoor nog in de mondhoeken en een odeur van dagenoud zweet gemengd met ongewassen smegma. In zo’n beetje iedere derde zin die hij uitte werd vermeld dat Nienke haar werk goed deed en dat hij een dokter was. Briebel hield wel van een borrel en op een dag toen de groep de grens over moest was hij zo dronken dat hij alleen nog maar zijwaarts kon zwalken. Het was tien uur ‘s morgens. Juf Nienke was erg boos en stuurde hem terug de bus in. Gelukkig waren er problemen aan de grens en konden ze pas uren later de paspoorten laten stempelen en tegen die tijd was Dokter Briebel weer redelijk nuchter. “Ik was niet dronken, ik had een anti-allergie pil genomen tegen de hooikoorts en daar word je zo van,” jokte hij. “I’m a doctor, you know!”

Kort daarna kampeerde de groep op een plaats waar vleermuizen zaten. Toen Jankie (een psychopathische, naar aandacht hunkerende, betweterige Koreaans-Amerikaanse met een hoogst irritant neplachje dat volgt na ieder zinnetje dat ze uitkraamt, huh huh huh, hah, haaah!) twee dagen later van iemand hoorde dat daar vleermuizen hadden gezeten, was ze er ineens van overtuigd dat ze door een vleermuis was gebeten. Een beet kon ze nergens aantonen. Wel stond ze erop dat we terug zouden reizen naar de plaats waar twee dagen daarvoor gekampeerd was, zodat de vleermuis in kwestie (die haar de fantoombeet had gegeven) kon worden opgespoord, gevangen en getest op hondsdolheid. Want ja, zo werkt dat, huh huh huh, hah, haaah!

Omringd met plastic vuilniszakken vol met haar spullen (waaronder acht paar schoenen en twee beautycases vol met make-up) zat ze in de bus haar tanden te poetsen met een bananenschil (?) toen Juf Nienke haar zei dat dit grote onzin was. Boos stampvoetend gilde Jankie uit dat het niet eerlijk was, onprofessioneel, en zeker omdat ze Koreaanse was. huh huh huh, hah, haaah!  Juf Nienke negeerde het maar wijs, en naarmate de weken voorbijkropen leerde ze zo’n beetje alles te negeren wat er uit Jankie’s bek kwam. Leugens, waanideeën en aandachttrekkerij, er was niemand in de groep die haar ook maar een beetje mocht maar dat kwam door iedereen en dat was niet eerlijk en het was zeker omdat ze Koreaanse was. “huh huh huh, hah, haaah!”  “Je doet het goed hoor Nienke,” zei Briebel.

Bullebakka was weer eens aan de beurt om te koken. Bullebakka is een Italiaanse en het viel Juf Nienke op dat iedere keer als zij in een kookgroep zat, het eten niet te vreten was. Een snel bijeengeflikkerd prutje van bonen en mais uit blik met ketchup erdoorheen geprakt. Ze had de groep zelfs een keer koude kip en patat voorgeschoteld die ze eerder die middag in een snackbar had gekocht! Juf Nienke sprak haar hier dan ook op aan en zei dat ze betere kwaliteit en vers eten moest inkopen en klaarmaken. These people are used to eating shit, so they can eat shit!” sprak Bullebakka verbitterd. Dit zette de toon voor Bullebakka en de manier waarop zij met mensen omging. Pesten, hatelijke namen roepen, mensen met de elleboog tegen de muur duwen wanneer ze langs ze liep, deze vrouw was dik in de zestig maar je zou denken dat ze in haar tienerjaren is blijven hangen! Zij en Puiloog waren de pestkoppen van de reis, ze zochten er ook altijd specifieke mensen uit om te pesten en altijd net wanneer de Juf niet keek! Ze vulden elkaar dan ook perfect aan en waren dikke vrienden. “This is delicious, Bullebakka, just delicious! “ riep Puiloog iedere keer verrukt uit wanneer ze weer eens een onvreetbare prut te lang gekookte pasta met olijfolie als saus voorschotelde terwijl de rest van de groep vol afgrijzen toekeek en vervolgens maar een hamburgertje haalde.

Tijdens een plaspauze onderweg kwam Puiloog verontwaardigd naar Juf Nienke toe rennen, zijn vette pens wapperend in de wind. “Nienke, Nienke! Weet je wat Jankie tegen me zei???” waarop Jankie ook kordaat aan kwam stappen, roepend dat hij begon en dat het niet eerlijk was” huh huh huh, hah, haaah!”  Als kleine kinderen schreeuwden ze over elkaar heen. “STILTE” riep Juf Nienke. Nadat ze ieder kind een voor een zijn verhaal had laten doen bleek dat Puiloog (64) naast Jankie (47) was komen zitten in de bus. Jankie werd daar boos om en riep uit dat dat háár stoel was. Hij MOCHT niet naast haar zitten want hij had harige benen en ze wilde niet dat zijn beenharen haar benen aan zouden rakenDaarop had Puiloog geopperd dat zij stonk. “Dat is niet eerlijk want hij zegt dat alleen maar omdat ik Koreaanse ben huh huh huh, hah, haaah! “ JEZUS CHRISTUS!” riep Juf gefrustreerd uit. “Ik weet niet wat ik erger vind.  Dat jullie zo tegen elkaar praten of dat jullie vinden dat jullie dit aan mij moeten komen vertellen! EN NU VOOR STRAF IN DE HOEK!” Hoofdschuddend van ongeloof liep Juf Nienke weg terwijl Puiloog en Jankie zich op een argeloze Jono stortten in een tweede poging hun gelijk te halen.

Smullie is een hele lieve dikke Duitse vrouw die de helft van de tijd zonder het door te hebben in het Duits kwebbelt tegen iedereen en vooral tegen zichzelf. Ze loopt niet, ze stommelt, en als ze eet, zit, stommelt, opstaat of gaat zitten komt er altijd een enorm gekreun en gesteun bij ten gehore. Het is ook al vele malen gebeurd dat er een dikke scheet naar buiten kwam wanneer ze boog om te gaan zitten of staan of zich de trap op hees....dit lijkt voor haarzelf altijd ongemerkt te gaan, de groep daarentegen zat altijd vol ongeloof te kijken als er zonder blikken of blozen weer een dikke tetter uit haar gat kwam gieren. Smullie is nogal gulzig en heeft het vaak over lekkere worstjes. Wanneer het eten werd opgediend stond ze altijd al als eerste vooraan in de rij, met gulzige ogen loerend naar wat er in de pannen zit, haar bordje stevig in de knuisten geklemd. Toen de groep in Torres del Paine was, een van de allermooiste natuurgebieden van Zuid-Amerika in het zuiden van Chile, was er voor iedereen ook lunch ingeslagen omdat er in dat park weinig te krijgen is. Juf zag Smullie met een boterham lopen met 4 plakken kaas en 4 plakken ham erop. “Smullie!” riep Juf. “Daar moeten we vier dagen mee doen, dat beleg, vind je dat nou echt normaal dat je zoveel op je boterham doet? Je beleg is dikker dan de boterham zelf en zo hebben we nooit genoeg, stel je voor dat iedereen dat doet!” Verontwaardigd draaide Juf zich om en zag dat verscheidene anderen precies hetzelfde in hun hebberige handen hadden gepropt. Juf kreeg ondertussen een steeds grotere hekel aan mensen.
Het was tijd om de excursies te boeken en te betalen. Dit was een onderdeel dat op deze tour eigenlijk door iedere passagier zelf moest worden onderzocht en geboekt, ze hadden allemaal hun Lonely Planet of een laptopje met toegang tot het WereldWijde orakel der Web om te Googlen wat er beschikbaar was en hoeveel dit kostte. Dit stond ook zo in de boekingsvoorwaarden van de reis, iedereen moest zijn eigen excursies plannen en regelen en zo was dit ook gegaan tot Juf het overnam in Colombia. Maar omdat Juf dit al zo vaak had gedaan en alle contacten nog in haar telefoon en e-mails had bewaard, deed ze dit graag voor de groep. Op deze manier kon iets van tevoren worden geboekt en kon het zo worden gecoördineerd dat ze ergens aankwamen en meteen op excursie konden. Er was wel de voorwaarde dat wanneer iemand iets wilde boeken, hij dan wel het geld van tevoren moest betalen, want anders gaan mensen op het laatste moment misschien cancelen en dat kan niet want dan nemen de reisbureaus nooit meer een boeking van die organisator aan. Zo werkt dat bij iedere reisorganisatie.

In La Paz ging een flink deel van de groep de Death Road fietsen: een weg die tegenwoordig bijna alleen nog maar door toeristen wordt gebruikt om vanaf te fietsen. Het is een weg met een hoog, steil ravijn aan de linkerkant, en als je daar overheen tuimelt dan breng je er niet levend vanaf. Jankie moest en zou de eerste zijn en bracht verschillende mensen in gevaar door vlak langs ze te scheren in haar zielige pogingen om vooraan te komen. Na verscheidene waarschuwingen van de gids raakte ze buiten het gezichtsveld. Toen de groep kort daarna de bocht om fietste lag ze daar, plat op haar rotkop. “Was ik niet op de een of andere fietstocht ofzo?” stamelde ze, in een achterlijke belachelijke poging te doen alsof ze haar geheugen kwijt was zodat ze aandacht zou krijgen. "I'm a doctor, you know! You will be okay!” riep Briebel. Van de gids mocht ze niet meer verder fietsen maar moest ze in het busje zitten. Met plaatsvervangende schaamte keek de rest van de groep toe terwijl Jankie krijsend, razend, tierend en huilend stampvoette dat ze wél verder wou en dat het NIET eerlijk was maar de gids hield voet bij stuk. Mokkend zat ze achterin het busje te snikken en werd daarna naar het ziekenhuis gebracht om een röntgenfoto te laten maken. Op de foto was natuurlijk niks te zien. Ze droeg deze enorme foto tijdens de rest van de reis steeds bij zich, met haar zich immer uitbreidende berg met rotzooi in plastic tassen die ze om zich heen verzamelde. Juf vroeg haar waarom ze dat ding niet gewoon weggooide, er was toch niks op te zien! Waarop ze antwoordde dat het een foto van haar prachtige schedel was en dat ze die toch niet weg kon gooien, huh huh huh, hah, haaah! Met een mix van walging en minachting keek Juf haar aan, terwijl ze haar voor haar geestesoog met een heet strijkijzer de hersenpan herhaaldelijk inramde (met de puntige kant).

Een keer was er een prachtige excursie in de Chileense Atacama woestijn, sterrenkijken met een astronoom, en daarna een bezoek aan 12 verschillende telescopen die van tevoren al waren ingesteld. Juf had de kinderen er verscheidene malen aan herinnerd dat ze dit moesten betalen en vertelde die dag dat dit alleen vandaag nog kon, wie om zes uur die avond niet had betaald zou worden gecanceld. Die avond hadden alle kinderen netjes hun centjes betaald, behalve Puiloog en Zuurtje, zijn halfzachte maatje met een kop als een verschrompelde teelbal waarbij de mond permanent zuur en ontevreden naar beneden hangt.  De toer was vol dus ze konden het zelf ook niet gauw nog even boeken.

“Nee hoor,” zei Zuurtje. “Ik heb dat nooit geboekt.” Dat tegendeel was erg makkelijk te bewijzen, want de groep had een Facebookpagina waarop Zuurtje duidelijk had aangegeven dat hij mee wilde. Juf maakte heel kinderachtig een screenshot van dit bewijs en postte het op Facebook. Ze zou hem wel even op zijn plek zetten. Zuurtje sprak daarna verbitterd een aantal weken niet meer met Juf.

“Waarom vroeg jij niet of iemand anders niet even voor mij kon betalen? Iedereen had dat graag voor mij betaald als jij even had nagedacht en dat aan iemand voor mij had gevraagd!” riep Puiloog verontwaardigd uit toen Juf hem vertelde dat ze voor hem niet had geboekt. Zijn wangrollen lilden erover en zijn gele ogen plopten bijna uit zijn kop. Dat was voor Juf de druppel. “Jullie mogen je eigen excursies weer regelen vanaf nu, ik doe het niet meer!” riep ze uit. Volgens de liegbeesten was dat uitermate schandalig, Laura, de voormalige tourleader, deed het ook altijd al voor ze! Het was haar werk! Haar taak was hen te bedienen in wat ze nodig hadden! 
“You are here to serve us, that is your only task” zei die walgelijke harige kwal Puiloog. Juf Nienke reageerde maar niet, al had ze in haar fantasie al talloze keren zijn puilogen met haar duimen zijn kop ingedrukt met meteen een flinke trap in zijn zak erachteraan om zeker van te zijn dat de boodschap over was gekomen.

Jono had haar altijd al gewaarschuwd, vanaf de eerste dag. “Je moet niet teveel voor ze doen,” zei hij keer op keer als ze weer wat voor ze aan het regelen was. “Ze zullen je er niet dankbaar voor zijn en als je het eens een keer niet doet dan wordt het zelfs tegen je gebruikt, let op mijn woorden.” En hij had gelijk.

Wanneer iemand in de kookgroep niet kan omdat hij andere plannen had, dan laat hij dat meestal even weten en wordt er onderling geruild. Zuurtje ging de hele dag de hort op, zonder dit aan iemand te melden. Norm, een hele lieve oudere man (77) was met Juf en de meesten van de groep de hele dag op een excursie geweest waarbij na afloop veel wijn werd gedronken. Hij was de andere persoon voor de kookgroep van die dag en kon niet veel meer betekenen, hij kon nog net in een stoel gaan zitten. Dit liet als enige Hugo over; een hele aardige Duitse wetenschapper die geen wetenschap over koken heeft.  Gelukkig waren er wat vrijwilligers die Hugo een handje hielpen, maar dit moest niet nog een keer gebeuren dus Juf vroeg aan Zuurtje toen hij de volgende dag ‘s avonds kwam eten of hij in de toekomst vooraf met iemand anders kon ruilen als hij er niet zou zijn. Boos zei hij dat hij dan vanavond niet mee zou eten en stormde weg, het hoofd lachwekkend opgeheven in de lucht. Juf dacht: “Huh? Wat heeft dat er nou weer mee te maken, alsof je als je één keer niet mee-eet, de hele week dan niet hoeft te koken?” Tien dagen later kwam de leugenachtige testikelkop naar Juf toegestormd, hij had zich helemaal drukgemaakt en stond te trillen van de adrenaline. “Ik had die keer dat ik moest koken wél iemand geregeld, ik had Smullie gevraagd en Smullie hielp toen toch!” Juf had geen idee waar dít nou ineens weer vandaan kwam, of waarom hij er nu, zo lang na het voorval, weer over begon. Smullie stond ernaast en zei: “neeeee, jij had mij helemaal niks gevraagd! Jij staat te liegen! Ik had toen geholpen omdat die arme Hugo anders alleen zou zijn, maar jij had mij niks gevraagd dus jij moet nu niet gaan liegen!” “Goed zo, Smullie,” dacht Juf glunderend. Sinds dat voorval had Zuurtje geen woord meer tegen Smullie gezegd, haatdragend als hij is. Onnodig erbij te vermelden dat hij dikke vrienden is met Puiloog en Bullebakka, die drie waren onafscheidelijk.

Met Kerst hadden Juf en Jono zich een beetje uitgesloofd. Zij hadden een kerstmaaltijd gemaakt waar ze toch wel de hele middag mee bezig waren geweest. Briebel was zo bezopen, hij viel steeds in slaap -tussen het vertellen dat hij dokter was, en dat Juf haar werk goed deed - door (“I’m a doctor, you know. You’re doing a great job!”). Hij werd steeds vaker straallazerus en was dan strontvervelend. De dag ervoor had de respectabele Dokter Briebel zowaar in zijn broek gepist en dat had hij niet eens in de gaten. Toen Juf uitriep: “heb jij nou gewoon in je broek zitten pissen, grote smeerlap!” keek hij scheel naar zijn kruis en zei dat het niet zo erg was want het was alleen maar het laatste beetje – al zat er een enorme natte vlek in zijn kruis en naar beneden langs beide benen – en voor iedereen duidelijk te zien. Dat was zeker niet het laatste beetje geweest, maar de laatste druppel was het wel. Het maakte Briebel niet uit, hij bleef nog uren vrolijk verder tanken en droeg de daaropvolgende dagen nog steeds dezelfde gore piskleren. Dokter Briebel.

“Ik moet maar een gesprek met hem aangaan want dit kan zo niet verder,” dacht de Juf. “Het zal niet meer gebeuren! I’m a doctor you know!” riep Briebel toen hij de volgende morgen op zijn zuipwangedrag werd aangesproken. Hij vertelde dat zijn vrouw de laatste maand ook zou gaan meereizen tot Rio. Dan zou hij zich echt niet weer zo gedragen, want dat zou ze nooit pikken. Je doet je werk echt goed, weet je! Zei hij voor de laatste keer. Briebel kwam zijn belofte ook na: zodra zijn vrouw erbij was vertoonde hij zich ineens geschoren en gewassen. En ook al stonk hij nog wel, hij had meestal geen bonken snot en oorsmeer meer aan zijn hoofdgatenharen hangen en ook geen aangekoekte etensresten meer aan zijn kin. Een hele verbetering dus. Helaas veranderde er meer dan zijn hygiëne. Zodra Mevrouw Dokter Briebel zich bij het gezelschap voegde werd Juf de vijand. Alles wat ze sindsdien zei of deed werd ondermijnd, belachelijk gemaakt, tegengesproken, verdraaid en zelfs op de Facebookgroepspagina werd geschreven wat ze gezegd zou hebben en hoe belachelijk hij dit vond (waarna Juf dit diep zuchtend en hoofdschuddend verwijderde). Ja, ook de respectabele Dokter Briebel veranderde van de ene op de andere dag van een irritante, gênante maar gemoedelijke kater in een achterbakse bully.  “Wat zijn mensen toch doorzichtig en kut,” dacht Juf een beetje triest en vol verachting.

De weken gingen voorbij. Bullebakka gooide expres Jankie’s schone handwas op de modderige grond die op een stoel hing te drogen en elleboogde Smullie een paar keer in de zij in het voorbijgaan. Ze trok een tas uit het bagagerek en liet die expres in Jankie’s buik landen die naast haar stond. Puiloog siste Jankie regelmatig toe dat ze minder dan een stuk stront was en Jankie krijste dan terug dat hij op moest rotten en zelf een stuk stront was. Puiloog rochelde een paar haarballen op en Smullie smikkelde van allerlei lekkere hapjes. Jankie pakte herhaaldelijk haar tassen in het midden van de nacht opnieuw in, met allerlei krakende plastic tassen waardoor ze de hele kamer wakker maakte. Iedere keer als Juf haar daar op aansprak jokte die stoute Jankie dat dit niet waar was en dat iedereen loog. Juf zei dat ze dit niet geloofde en dat het al vele malen eerder was gebeurd en de hele groep inmiddels over haar geklaagd had. “Als jij dood bent en bij de Heer op de Dag des Oordeels op het matje moet komen dan zul je wel te horen krijgen dat ik dit nooit heb gedaan en je zult er voor branden in de hel!” schreeuwde Jankie verontwaardigd. En terecht.  

Inmiddels was er weer een klacht binnen gekomen tegen Puiloog. Verscheidene klachten van Jankie, maar daar kon Juf niks aan doen want hij deed het altijd op een manier dat niemand anders het zag dus dan kon Juf er ook niks van zeggen. Maar nu was er ook een klacht van Blondie, een hele leuke vrouw (ja, leuke mensen zaten er gelukkig ook tussen) uit Canada die ook al sinds Alaska op de tour zat. Ze vertelde dat hij haar in het donker in de toiletten opgewacht en bedreigd had. Hij was boos omdat ze geen interesse in hem had toen hij haar een keer mee uit vroeg in Cartagena, inmiddels 3 maanden geleden. Haatdragend als dit dikke minne mannetje is, had hij zich hier al die tijd boos over gemaakt en dat kwam er nu uit. Blondie noemde hem een gluiperige pedofiel en zei dat hij uit haar buurt moest blijven en vertrok de volgende dag naar een hotel. Ze schreef Juf daar vandaan om te zeggen dat ze zich niet meer veilig voelde met hem in de buurt. DIT IS HET, dacht Juf. Nu kunnen we hem wegsturen. Ze schreef naar haar baas en Jono schreef hem ook. Jono en Juf wilden hem allebei al lange tijd kwijt want hij werd steeds bozer en onstabieler en zocht steeds vaker ruzie en dat terwijl hij zijn laatste waarschuwing al had gekregen. Hij werd gauw woedend en zat dan gelijk te trillen en te lillen, zijn ogen en worstige wangen onwillekeurige spiersamentrekkingen vertonend.  Tegen Juf zelf tierde hij ook steeds vaker over dingen waar hij zich helemaal niet mee had te bemoeien, de bazige harige Puiloog. Ze waren hem allemaal meer dan zat, zelfs de liefste, meest geduldige mensen konden hem wel schieten en begrepen niet wat hij hier nog steeds deed.

Helaas betekende een laatste waarschuwing voor deze organisatie niet wat het voor de meeste overlandbedrijven wel zou hebben betekend. Zij wilden hem er helemaal niet afsturen want hij had twee nieuwe tours bij hen geboekt en als ze hem hier van af stuurden dan kon hij die tours ook niet doen en liepen zij dat geld mis. Hun excuus tegen Blondie: “zij noemde hem een pedofiel dus dan is het normaal dat hij iets terugdoet.” Zoals haar opwachten en bedreigen in het donker, middenin de nacht, wanneer zij naar de wc gaat? Sindsdien hebben we Blondie nauwelijks nog gezien, ze was meestal in een ander hotel. De klootzakken nemen de overhand en krijgen precies wat ze willen en de goeie mensen trekken zich terug en houden zich maar stil, dacht Juf gedesillusioneerd.

Uruguay is een van de duurste landen in Zuid-Amerika, samen met Chile. Juf probeerde een hostel te zoeken in Montevideo, de hoofdstad van Uruguay. Het was onmogelijk iets te vinden wat binnen het budget paste, de meeste kamers waren bijna twee keer de waarde van het budget dus de enige optie die overbleef was kamperen net buiten de stad. Er gingen bussen vanaf de camping naar de stad voor degenen die Montevideo wilden bekijken en de camping was gelegen aan zee. Dokter Briebel had de hele groep stiekem opgehitst de tour te verlaten en had hen wijsgemaakt dat Juf het volledige budget had opgemaakt en dat er geen geld meer was en dat ze daarom van nu af aan moesten kamperen. Acht personen gingen weg nadat Puiloog gauw nog even van de gelegenheid gebruik maakte om lekker tegen Juf te kijven over hoe slecht ze alles regelde. Dokter Pisvlek stond ernaast, wild hoofdschuddend om te laten weten hoe oneens hij het met deze camping was, en hoe teleurgesteld hij was. Opgelucht dat dit stel Hufters een paar dagen optyfte veegde ze Puiloog’s schreeuwspeeksel van haar wang. Gelukkig had ze haar baas geschreven om te laten weten wat de prijzen waren en dat ze wilde kamperen en hij stond voor 100 procent achter haar beslissing.

Smullie was aan de beurt om te koken. “Aardappelpuree met een lekker worstje!” riep ze verheerlijkt met smakkende lippen. 
“That woman is a piece of shit, and I refuse to speak to a piece of shit, and I will not eat that shit food” gromde Bullebakka zonder enige aanleiding.

“Waarom kookt het water verdomme nog niet? Ik wil koffie!” gromde Puiloog haar de volgende morgen toe. “Ja, het komt er zo aan, ik heb net een tweede ketel opgezet want de eerste is net leeg!” riep Smullie zenuwachtig. “Puiloog, doe jij eens even normaal!” riep Juf verontwaardigd. “JIJ bent de tourleader, JIJ hoort dit soort dingen tegen haar te zeggen en als JIJ dat niet doet dan vertel IK haar wel dat ze het niet goed doet!” blafte de vrouwen hatende, harige, puilogige, pelikanenkinnenplofkip Juf toe. Juf krabde haar hoofd, fronsend van ongeloof. Ze wist zomaar eens helemaal niet wat ze hier nou op moest zeggen.

“Heil Hitler!” riep Bullebakka toen ook zij op water stond te wachten. Juf was hier natuurlijk weer eens niet bij en hoorde het verhaal later aan van een trieste Smullie. “Wat is er toch in godsnaam met dat stel mongolen aan de hand, dat ze denken dat ze zo tegen iemand kunnen praten? Dat ze überhaupt ZIN hebben, ervan genieten, om iemand zo te haten en te behandelen en een rotgevoel te bezorgen? Gewoon om gemeen te zijn? Ik begrijp het gewoon niet!” riep Juf gefrustreerd uit. Jono liep langs en vroeg wat er aan de hand was. Ook hij stak zijn ongeloof niet onder stoelen of banken. “Wat BEZIELT iemand om zomaar zonder reden Heil Hitler tegen iemand te zeggen? Wie dóét dat nou!” Puiloog kwam net terug hobbelen, zijn vette ruggen alle kanten opkabbelend. Hij begon te trillen en zijn gezicht begon aan alle kanten te knipperen. “Hoe DURVEN jullie zo over mijn goede vriendin Bullebakka te praten achter haar rug om!” schreeuwde hij uit, spuug vloog alle kanten op terwijl hij sprak. Kalm zei Juf dat ze alle recht heeft zoiets met haar collega te bespreken, en dat de enige die hier fout zat Bullebakka was met haar racistische kutopmerking en eeuwige ruziezoekerij. Ze gaat in de bus expres naast Jankie zitten en dan het raam dichtschuiven als het open is, of het raam juist openschuiven als het dicht is. Jankie laat zich niet kennen (huh huh huh, hah, haaah!) en schuift het raam weer de andere kant op en zo gaat dat een tijdje verder tot iemand in frustratie uitroept dat ze onmiddellijk moeten ophouden. Ze elleboogt haar tegen een stoelleuning of tegen de muur, geeft haar een por in haar zij als ze langsloopt. Dit mens is dik in de 60! Wat BEZIELT zo iemand toch om zich zo te gedragen en om zo’n hatelijk persoon te willen zijn? Juf kon er met haar pet niet bij. “Ik háát deze groep,” dacht ze bij zichzelf, niet voor de eerste keer, en telde de dagen af, ook niet voor de eerste keer.  “Sausage?” zei Smullie.


Friday, November 16, 2012

Extreem recht

Gisteren maakte ik weer eens dezelfde grote fout. Ik zag een plaatje van een heel pak levende honden bijeen gedrukt in een heel krap kooitje, en maakte de vergissing erna het bijbehorende artikel op te zoeken en te lezen. Ik heb er bijna niet van kunnen slapen, waarom doe ik dit dan ook? Maar wanneer ik het niet doe, ben ik net als de rest van de schapen die dit Liever Niet Willen Weten want dit vinden ze Niet Leuk. En hoe meer we ons gedragen als achteloze schapen, hoe minder er iets aan gedaan zal worden. Want wat niet weet, wat niet deert, ja toch? Dus zolang er niemand aan de bel trekt, kunnen ze lekker hun gang blijven gaan met martelen. Zolang het toch maar lekker geld opbrengt, he? In sommige landen (bijv. China,Korea, Singapore) lijkt het of mensen geen gevoel hebben. Ze vermoorden dieren op een afgrijsingwekkend pijnlijke manier met dezelfde onverschilligheid waarmee wij een vlieg dood zouden meppen. Het plaatje in kwestie ging over de vraag naar bont in de westerse modewereld (WIE KOOPT ER IN GODSNAAM NOU NOG BONT). Net als overal wil de consument zo weinig mogelijk uitgeven, wat betekent dat alles zo goedkoop mogelijk geproduceerd moet worden. Vandaar dat er zoveel producten uit China vandaan komen, waar alles goedkoop massageproduceerd wordt, ook bont. En dat bont komt niet alleen van konijntjes en dassen, dit wordt ook bij honden en katten afgestroopt. LEVEND. Dit overdrijf ik echt niet, ze worden levend gevild, terwijl alle andere hondjes vastgebonden liggen toe te kijken terwijl hun beul langzaamaan dichterbij komt en ook zij aan de beurt zijn. Wanneer ze een keer van hun vacht ontdaan zijn worden ze op een hoop gegooid waar ze kermend van de pijn dood liggen te bloeden. Voel je je al misselijk? Mooi, je leest tenminste nog door, en hebt het ergste al gehad.
Wat kan ik hier aan doen? Vraag je je misschien af. DEMOOT: Het eerste antwoord is natuurlijk dat je vooral geen bont moet kopen en dragen, maar hopelijk was je zelf al jaren zover. PROTESTEER: Mensen die wel bont dragen kun je erop wijzen waar zij nou eigenlijik mede verantwoordelijk voor zijn! Weet u eigenlijk wel wat er met die dieren gebeurt en waar dit bont vandaan komt, en HOE dit daar vandaan komt? Heeft u enig idee wat voor dier dit is geweest? VERTEL HET VOORT! Kopieer de link, de fotoos, of deze blog of schrijf er zelf een! Hoe meer mensen met de neus op de feiten worden gedrukt, hoe meer verontwaardiging er zal zijn, en des te minder vraag er uiteindelijk naar zal zijn, en dan stopt het vanzelf. Niet overtuigd? Ga zelf maar eens kijken, als je durft. http://features.peta.org/ChineseFurFarms/ Nou hoef je ook niet lekker achterover geleund te denken dat dit de ver van je bedshow is hoor! Want dierenmishandeling gebeurt ook voor jou, in jouw lekkere landje. Je wilt niet weten hoe het er in kippen en varkensfokkerijen aan toegaat, en wat er allemaal in de slachterij gebeurt, zeer hardhandig en per duizenden. En waarom? Is dat nou echt nodig, zoveel vlees? Want zo wordt het gezien, het zijn geen dieren, het zijn producten voor ons gebruik. De schappen liggen propvol met zat keuze, en wat er niet gebruikt wordt gooien we gewoon weg. Ga een willekeurig restaurant in, overal staat vlees op het menu, misschien dat je twee of drie vleesvrije keuzes zult hebben. Het is zo’n gewoonte, altijd maar overal vlees op, in en door en niemand staat er meer bij stil wat het eigenlijk is. Voor de grote vraag naar vlees worden honderdduizenden dieren op onnatuurlijke wijze gefokt, op akelige wijze gehouden (varkens en kippen, maar ook vele koeien en dan heb ik het nog niet eens over die arme kistkalfjes) en op kille, stressvolle, en vaak pijnlijke manier afgeslacht. Dat geeft allemaal helemaal niks, wij zijn mensen dus we staan boven alles en mogen alles misbruiken voor ons persoonlijk gebruik. Als mens ben je god en heers je over alles. Als mens heb je altijd rechten, zelfs als je besluit voor de lol andere mensen te vermoorden. Maar o wee je gebeente als je de pech hebt als onderdanig dier geboren te worden! Maak dan je borst maar nat. Als je geluk hebt dan word je in een liefhebbend gezin opgevangen of ze laten je in het wild met rust. Maar als je pech hebt dan word je gefokt door iemand die je verkopen gaat aan een laboratorium. En dat zijn niet alleen konijntjes, cavia’s en ratten, dat zijn ook honden, katten en apen om maar een paar voorbeelden te noemen. En wat hebben zij dan gedaan om een leven van angst en pijn te moeten kennen? Daar kan ik na al mijn 36 jaren nog steeds niet bij, wat dit nou goedpraat. Een meedogenloze geflipte harteloze serieverkrachter of moordenaar mag lekker comfortabel de gevangenis in, krijgt z’n natje, z’n droogje, mag studeren, mag zelfs werken en een beetje geld verdienen, sigaretjes roken en een hondje dat de pech had bij de verkeerde fokker geboren te worden kan een kort liefdeloos leven vol akelige en pijnlijke tests tegemoed, tot ie wordt afgemaakt als ie er tenminste niet zelf al eerder aan bezwijkt.
Waarom is dit zo algemeen acceptabel? “ja, we moeten toch ergens op testen voor medicijnen/kanker/irritaties/oefenen om operaties te doen/anderkutsmoesje”. Op een mens kan je dat toch niet doen! Dat is tegen de mensenrechten! Leg mij dit nou eens uit, omdat een dier niet hetzelfde inteligentie niveau heeft (kan niet praten, heeft nog nooit een auto uitgevonden, brengt geen geld binnen misschien?), is dat de beslissende factor bij het kiezen wie we pijn mogen doen? Want dieren voelen evenveel angst en pijn als wij, dus daar zitten geen verschillen. Als het om intelligentie gaat, waarom testen we dan geen medicijnen en make-up op mensen die geen hersenactiviteit meer hebben, of die zwaar beschadigd te wereld komen, of die het IQ van een twee-jarige blijven houden na een ongeluk? Nee, natuurlijk mag je zo niet denken, want dat zijn mensen en dat is heel anders, mensen zijn namelijk heilig en moeten beschermd worden, vandaar die mensenrechten. Nou, zit dit niet een beetje heel erg krom? Wie moeten er hier nou eigenlijk tegen wie beschermd worden? Mijn eerlijke mening is natuurlijk niet dat ze op zwakzinnigen gaan testen, maar als ze toch op iets moeten testen, laat het dan op zware criminelen zijn. Die zitten maar op de zak van de maatschappij te teren, hebben zelf hun pad gekozen, en dit zijn de consequenties. Functioneler als een dier ook, want ze kunnen feedback geven. Zo kunnen ze tenminste wat terug doen voor de samenleving. Daarbij zou het danig “wannabe crimineel” afschrikken, als het vooruitzicht gevangenis een leven van laboratoriumtests zou betekenen. Nu is het toch een lachertje? Als ik bedenken moet bij wie het meer gerechtvaardigd is om iedere dag make-up in zijn etterende oogjes gesmeerd te krijgen tot ze weggerot zijn, het witte konijntje of de arrogante man die twee vrouwen verkracht en vermoord heeft binnen een week tijd en zichzelf zo stoer vindt in de rechtzaal, dan is het toch niet zo’n moeilijk vraagstuk? Of steeds maar weer ingespoten worden met dezelfde ziekte en daarna met ziekmakende medicijnen “gewoon, om te kijken”. Geeft niks, 't is toch maar een aapje, die dienen daar voor. Ik vraag me af of zo'n vent zo stoer was geweest als hij dergelijke consequenties in het vooruitzicht had gehad. Was ik maar ook zo’n schaap, dan was het leven als mens toch een stuk draaglijker (maar dan wel zonder bont).

Friday, June 18, 2010

't blijft leuk

Babi Pangang...
Frikadel speciaal...
Een hermaphrodiet zonder tieten maar graag wel...

Sunday, June 6, 2010

Superman of Spiderwijf?

Stel je nou 's voor dat je een superpower mag kiezen. Welke zou dat dan zijn?

Kunnen vliegen?
De tijd kunnen stilzetten?
Iemand ongenadig verpulveren met een minachtende blik?
Jezelf onzichtbaar maken?
Door iemand's kleren heen kijken, gedachten lezen, alles weten, oersterk zijn,het weer beinvloeden, welke wil je? Zeg het maar eens.

Ik weet het wel. Tijdreizen.

Lekker teruggaan naar alle leuke momenten die je hebt meegemaakt en ze nog weer 's overdoen wanneer je daar zin in hebt, en zo vaak je maar wilt. Vooruitspoelen als je een lange vliegreis van 32 uur in 't vooruitzicht hebt, een saaie gesprek of gewoon een akelige behandeling bij de tandarts. Effe vooruitspoelen en weer terug voordat je je loterijnummers gaat kiezen.

Sommige mensen geloven echt in tijdreizen. Hoogst intelligente professors debatteren hierover. Maar als je erover na gaat denken dan klopt er toch eigenlijk geen reet van.

Stel nou dat ik twaalf jaar terug de tijd in ga, zijn er dan geen twee Nienkes? En zo niet, waarom dan niet? Waar is dan de originele Nienke en waar neemt de ouwere Nienke dan over? En heeft 22 jarige Nienke dan niet ineens de ervaringen en herinneringen van 34 jarige Nienke? Weet originele Nienke dat ouwe Nienke een tijdje over heeft genomen? Dan weet originele Nienke toch ook ineens wat er de komende twaalf jaren gaat gebeuren (als ouwe Nienke tenminste niet zo'n ongeloofllijk slecht geheugen had gehad). Of betekent het dat die 12 jaren weer helemaal opnieuw geleefd moeten worden, en ouwe Nienke nietsvermoedend jonge Nienke is geworden? Daar heeft dan toch ook geen Nienke een zak aan.

Of staat de huidige tijd stil zolang huidige Nienke terug de tijd in is? En zo niet, waar is die Nienke dan zo lang? Is die zomaar van de aardbodem verdwenen?
Waar zijn alle tijdreizende toeristen vanuit de toekomst? Waarom zijn gebeurtenissen zoals de holocaust niet ongedaan gemaakt door futuristische helden?

Gebeurt ieder moment constant opnieuw zodat er voor iedere fractie van een microseconde een Nienke bestaat met enkel en alleen het doel om die fractie van een microsconde ten uitvoering te brengen? Da's toch ook vervelend voor de kontafveegNienkes en kotsNienkes, als dat het enige doel in hun leven is. Als het zo zou werken dan zou dat betekenen dat er een heel leger Nienkes naar een bepaald moment in de tijd terug zou kunnen gaan. Daar kun je ook de nodige leuke grappen mee uithalen en verwarring mee zaaien.

Of is dit nou wat men bedoeld met paradoxe werelden? Er is ergens anders eenzelfde wereld met dezelfde mensen maar daar heb je een andere keuze gemaakt en loopt daardoor alles net even anders. En even verderop is nog weer eenzelfde planeet maar daar keek mijn moeder wel uit voor mijn vader's gladde praatjes en zo waren dingen nog weer net even anders. Wat een saaie planeet zal dat wezen, blij dat ik daar niet woon (jaahaaaa, effe over nadenken...)

Zo heb je miljarden vergelijkbare werelden waar het allemaal toch net weer even anders is gelopen door de jaren heen waardoor het uiteindelijk toch weer totaal andere werelden zijn met hele andere mensen en/of diersoorten die op deze planeet niet bestaan.
Sommigen geloven hier heilig in.

Sja, het heelal is onbegrijpelijk oneindig en oneindig onbegrijpelijk. Het is nog steeds aan het uitbreiden dus ruimte zat in de ruimte voor al die ruimtes met werelden. Maargoed, da's weer een ander moeilijk vraagstuk en daar ga ik nu mijn eierkopje niet over breken.

Saturday, January 23, 2010

Hoe is de koek?

Versprekingen. Meestal heb je ze wel in de gaten en verbeter je jezelf haastig, voordat je al te erg in de zeik wordt genomen. Maar soms ben je er niet van bewust dat je woordkeuze een totaal andere betekenis heeft dan wat jij dacht dat het betekende. Beide situaties komen nogal eens voor bij het spreken van een andere taal.

Een van mijn eerste versprekingen die ik me kan herinneren was toen ik mijn moeder probeerde te omschrijven. Mijn moeder is natuurgek, wou ik zeggen. “My mum is a freak of nature” heeft toch een hele andere betekenis. Er werd mij dan ook meteen gevraagd of dat soms die driehoofdige vrouw was die ze soms langs zagen lopen.

Ik heb mijn meeste Engels in mijn jeugd van de TV opgepikt. Ik weet nog goed dat “of course” altijd gezegd werd in Battle Star Gallactica, en dan werd dat vertaald als “natuurlijk.”

Hoe je iemand falikant de grond in moet trappen heb ik van niemand minder dan Joan Collins geleerd, die als Alexis een goeie leermeester was. Alleen heb ik toch niet goed genoeg opgelet wanneer ze het woord “pathetic” gebruikte (zielig, stakkerig). Ik had het onthouden als “Pacific” (de Engelstalige naam van de Stille Oceaan). Toen ik iemand voor een “pacific bastard” uitmaakte had dit dan ook niet hetzelfde effect als wanneer Alexis het zei. Eveneens was ik jarenlang onder de indruk dat de naam van de Love Boat (the Pacific Princess) de stakkerige prinses betekende.

Mijn vriendin Esther en haar familie verhuisden naar Nieuw Zeeland toen Esther acht was. Haar ouders hadden besloten dat ze alleen nog maar Engels tegen elkaar zouden spreken. Dat hun Engels eigenlijk helemaal niet zo goed was maakte niet uit, ze hadden dit besloten, dus zo zou het zijn.

Wat zij nogal veel deden was de boel gewoon maar letterlijk vertalen, dan begrepen die Kiwi’s het toch wel? Vooral met uitdrukkingen kon dit nogal verwarrend zijn. “Aaah, now the monkey comes out of the sleeve!” is een van haar vader’s beroemde uitspraken.

Ook ging hij eens naar de winkel en vroeg: “have you got any bastard sugar?” Klootzaksuiker. Da’s weer’s wat anders als rietsuiker.

Haar ouders moesten een keer naar een feestje, en Esther’s moeder duurde wat lang. Haar vader stond ongeduldig bij de auto te wachten, tot haar moeder eindelijk naar buiten kwam, in een mooie jurk en met een hoedje op. Haar vader stond met open mond en riep: “O my, you look like a cow dressed up like a little sheep!” Dankbaar accepteerde ze het compliment. Geen van beiden besefte dat de juiste uitdrukking “a mutton dressed as a lamb” is, en dat deze uitdrukking zeer zeker geen compliment is! Dit zeg je wanneer je een oud geblondeerd geplamuurd wijf ziet rondlopen in strakke kleren alsof ze nog 20 is. Een ouwe ooi die als een lammetje gekleed gaat.

Zo heeft Anouk ook een goeie. Ze heeft een hele mooie plaat, die heet “lost”. Dit liedje prijst degene over wie ze zingt helemaal de hemel in. “I get lost in your eyes” zingt ze, vergezeld bij akoestische gitaargeluiden. Liefdevol vervolgt ze met: “your voice makes my skin crawl.” Nou denk ik dat Anoukje denkt dat dit betekent dat je kippevel krijgt ofzoiets. Maar nee, Anoukje, verkeerd gedacht! Het is meer te vergelijken met “als ik je stem hoor gaan mijn nekharen recht overeind staan” en is een uitdrukking die je gebruikt wanneer iemand met zijn nagels over het krijtbord krast, of wanneer een afgrijslijke slijmbal je complimentjes probeert te geven. Best een afgang, Anouk!

Vaak als men het Engelse woord niet weet, dan wordt gewoon het Nederlandse woord erin gegooid. Dat een Nederlands woord in het Engels een hele andere betekenis kan hebben, daar wordt schijnbaar niet al te vaak over nagedacht.

Zo kwam Esther’s tante een keer op visite in Nieuw Zeeland en ze wilde een ledikant kopen. Ja, wat is nou het woord voor een ledikant? Dan maar het Nederlandse woord hoor, misschien begrijpen ze het. “Do you have a ledikant?” Nou. Spreek het eens uit. Snap je ‘m? Lady-cunt. Heeft u een dameskut. Nee, sorry mevrouw, we hebben alleen nog herenkutten vandaag.

Een zelfde soort situatie was toen de vriendin van een mevrouw die hier in de Dutch shop werkt op vakantie kwam. Ze zaten op een terras in Rotorua, en mevrouw wilde graag een glaasje limonade. Ze vroeg om lemonade, wat hier 7up of Sprite is. Dat wist ze wel al, maar hoe zeg je nou limonade in het Engels? Dat wist ze niet. Dan maar gewoon zeggen dat ze het zonder prik wilde. De ober was al halverwege de bar, toen ze hard schallend over het terras riep: “I DON’T WANT ANY PRICK IN MY LEMONADE! NO PRICK IN MY DRINK PLEASE!” Zich niet realiserend dat ze verzocht dat ze liever geen lul in haar glaasje drinken wilde.

Wat ook voor de nodige schaamte zorgde was toen iemand’s oudere moeder op visite was in Nieuw Zeeland. Ze werden aangehouden door oom agent en moesten het rijbewijs laten zien. Het rijbewijs was nergens te vinden en moeder herhaalde keer op keer “it was in the vakje!” Ze begreep niet waarom haar dochter het steeds voor elkaar probeerde te krijgen dat moeder toch asjeblieft haar mond hield. Vakje klinkt als “fuck ya” (fuck you) wat niet zo beleefd is natuurlijk. Arme oom agent.

Hilde van de Dutch shop vertelde dat ze eens op een Nederlands feestje was, hier in Nieuw Zeeland. Af en toe weten ze niet of ze nou Engels of Nederlands tegen elkaar moeten praten wat ook voor de nodige verwarring kan zorgen. Ze at een lekker stukje taart en haar buurvrouw zei: “nice cake?” Waarop Hilde zei: “ja, who is the cook?” De buurvrouw antwoordde: “de koek is ook goed.”

Mijn moeder’s kat had eenzelfde soort misverstand. Mama zat boos te vertellen over in het verkeer, hoe zo iemand achter je zit te plakken, “en maar PUSHEN, en maar PUSHEN!” riep ze verontwaardigd. De kat zat naast haar op de bank met platte oren en een hoge rug, zich afvragend wat ie nou weer verkeerd had gedaan! Ik probeerde mijn moeder erop te wijzen maar ik kreeg er geen woord uit en kon alleen maar kakelend met betraande wangen naar die stomme kat wijzen.

Een Aziatische mevrouw ging naar de bakkerij en wilde een foccacia brood. Ze vroeg om een fellatio brood. Al die moeilijke Westerse woorden ook.

Een andere mevrouw van de Dutch shop vertelde dat ze, toen ze in Nederland woonde, moeite had met klanken zoals “eu” en “ui”. “eu” werd uitgesproken als “oo”. Dat was opzich niet zo erg, tot iemand een keer vroeg of haar zoontje al op school zat. “ja, die moet elke dag naar de klote school” (kleuterschool). Ze durfde het verhaal alleen fluisterend aan me te vertellen.

Ter afsluiting een paar gemene verhaaltjes van mensen die erin waren geluist. Dat zijn de leuksten.

Toen ik in Australie woonde ging ik een paar weken uit met James, een Australier. Hij wou graag indruk op me maken dus vroeg aan twee Nederlandse jongens hoe hij “jij hebt mooie ogen” moest zeggen. Zij hadden het hem geleerd, en op een avond pakte hij mijn hand, keek diep in mijn ogen en zei oprecht en in perfect Nederlands: “jij hebt dikke benen.” God, wat zullen die jongens gelachen hebben, zeg. Ik heb dan ook niets dan respect voor ze, dat ze met een strak gezicht hem dit hebben leren zeggen! Ik vond het vreselijk grappig, James niet. De relatie was dan ook van korte duur.

De vriendin van een collega is Cambodiaans, en woonde in Auckland. Ze sprak geen woord Engels, en is nogal klein. Ze had altijd moeite om uit drukke bussen te kunnen komen. Ze wist niet hoe ze “pardon” of “sorry, mag ik er langs” moest zeggen en maakte onverhoopt wat armbewegingen maar omdat ze zo klein was merkte eigenlijk niemand haar op. Dit had vaak als gevolg dat ze er niet op tijd uit kon. Haar vriendin zei tegen haar: dan moet je zeggen “kiss me, kiss me” en dan gaan mensen voor je aan de kant. Het arme mens wist niet beter en riep wat haar was geleerd. Ze werd nu tenminste wel opgemerkt en iemand gaf haar zelfs een kus op de wang wat ze niet op prijs stelde.

Lees ook de Engelse versie van deze blog (Translating Double Dutch into Engrish), sommige anecdotes waren niet naar het Nederlands te vertalen en kun je hierop lezen.

Wordt vervolgd...

Friday, January 8, 2010

Te wezen, of niet te wezen. Dat is de vraag...

Ik word weleens wakker met een vraag in mijn hoofd. Zo ook vanmorgen. Wezen. Is wezen eigenlijk een werkwoord? Is het een vorm van zijn? Zoja, welke vorm is dat dan?
Wij zijn
Ik ben
Jij/u bent
Hij /zij is
Wij waren
ik was
Jij bent geweest
de abuis zijnde man (want vrouwen zijn dat nooit)

Waar precies voegt het woord wezen dan in dit rijtje?

Maar wezen is ook geen hoofdwerkwoord.
wij wezen
ik wees
jij weest.
JIJ ZAL WEL WEER AAN DE DRANK WEZEN.

Beide vormen van wezen die bestaan, zijn te verplaatsen met het woord "zijn". Je zult wel verkeerd wezen=Je zult wel verkeerd zijn.
Wees sterk! O nee, die niet, want je kan niet zeggen "ben sterk!" Tenzij je net een boterham met pindakaas hebt gegeten en de hik hebt waardoor we Ik niet horen.

Het is dus alleen in de afblafvorm (gebiedende wijs heette dat geloof ik). Achtung! Wees!
Wat vreemd, evengoed. Waar past dat woord nou thuis in dat rijtje, en zijn er nog meer van dat soort woorden?

Vertel mij eens, wie weet het antwoord?

's vaderlands moedertaal

Ik kan goed Engels, dat mag best gezegd worden. Sterker nog, mijn Engels is uitstekend, vooral mijn grammatica. Daarom ben ik toendertijd ook een cursus corrigerend schrijven gaan doen, omdat ik me mateloos erger aan alle spelfouten, taalfouten en grammaticale fouten. Wat zou dat heerlijk zijn, een beroep waarin je ervoor betaald wordt alle fouten uit een stuk tekst te halen! Ik kan het zowiezo al niet laten om de boel te verbeteren als ik een krant, tijdschrift, boek of email zie waarin iets verkeerd geschreven staat.

Ik ben zelfs zo erg, dat wanneer ik bijvoorbeeld een Cdtje van Anouk op heb staan (en die zingt aardig wat foutjes), ik natuurlijk vantevoren al weet wat ze verkeerd gaat zingen, en me daar dus bij voorbaat al vreselijk druk over ga lopen maken (want daar ben ik eveneens zeer goed in: me ergeren en me druk maken). En als het foutje dan eindelijk komt, dan zit ik als een overspannen viswijf op het puntje van de bank tegen de boxen te krijsen dat ze dat verkeerd zingt en wat het wél zou moeten zijn. En dat gebeurt iedere keer weer, met datzelfde plaatje. Ik zou er beteuterd bij staan als ze het ineens goed zingt.

Beter nog is het wanneer er iemand anders bij is, want dan kan ik diegene van tevoren boos gaan vertellen hoe dom het wel niet is, dit foutje wat ze nu gaat zingen. "Wacht, nou komt het... O nee nog niet, ja nu... Ja! Zie je wel? Hoorde je het? Dom he? Dat is toch dom en hartstikke verkeerd?" Ongeinteresseerd mompelend wordt dit dan beaamd (en je kunt zien dat ze dit alleen maar toegeven omdat ze misschien best wel een beetje bang voor me zijn). Of nóg erger: het wordt onder het mom van dichterlijke vrijheid toegestaan “want anders rijmt het niet”. TSSSK! MAAR HET KLOPT NIET!!!! HET IS VERKEERD!!! En dat takkewijf doet het ook aldoor in een refrein zodat ik steeds weer boos door mijn tanden heen tegen de stereo moet sissen dat het nog stééds niet góéd is! Zou ze dat nou gewoon expres gedaan hebben?

Enfin, als ik het allemaal zo goed weet, waarom kan ik dan niet Engels rekenen? Tenzij ik met een telraam of op mijn handen mag tellen, is het gewoon niet mogelijk de tafels in het Engels op te ratelen (of ik moet het eerst in cijfers “zien” in gedachten en dat dan gauw naar Engels vertalen).

Ik denk in het Engels, ik droom zelfs in het Engels. Maar als ik een rekensommetje moet doen, dan moet dat in het Nederlands. Die tafels die heb je er als kind op zeven- jarige leeftijd ingedreund (bij juf Hetty, en die kneep zo gemeen). Dat wil gewoon niet meer in een andere taal. Ik heb een tante die al ruim vijftig jaar niet meer in Nederland woont, de taal ook vele decennia haast niet meer heeft gesproken en zelfs zij moet ook nog altijd haar rekenkunsten in het Hollands vertonen.

Maar hoe zit dat dan met schelden? Tuurlijk, ik loop meestal wel vier-letterige mopperwoordjes te uiten in het Engels, maar als ik écht boos ben, of geschrokken, dan wordt er een reeks Nederlandse scheldwoorden uitgekotst, dat is bést indrukwekkend (vooral veel ziektes en geslachtsdelen, vaak in staat van ontbinding).

Nou vraag ik me af: waarom gaat vloeken en schelden toch ook gewoon automatisch op zijn Hollands? Ik kan me niet herinneren dat we dit als zevenjarige kindertjes bij juf Hetty moesten opzeggen en hard geknepen werden als we het niet goed zeiden. Nee toch? Ze lag toen wel middenin een echtscheiding, geloof ik...