Er
was eens een aantal verschrikkelijke mensen. Deze verschrikkelijke mensen
kenden elkaar niet. Ze kwamen van verschillende plaatsen in de wereld en hadden
bijna niets met elkaar gemeen. Bijna niets, behalve twee dingen: ze spoorden
voor geen meter en ze hadden allemaal dezelfde groepsreis geboekt via Internet.
Een groepsreis van 8 maanden, over land van Alaska naar Brazilië. Acht maanden
op elkaars lip, gezamenlijk etend, drinkend, slapend, kokend, reizend en
ruziemakend als een stelletje meelijwekkende kleuters.
Ze reisden met een omgebouwde vrachtwagen (laten we het voor het gemak maar een bus noemen) met capaciteit voor 40 passagiers. Dit soort “overland” bussen vervoert naast de algemene bagage ook tenten, stoelen, tafels, een complete keuken met gaspitten, potten, pannen en een paar grote koelboxen. Deze specifieke reis was een low-budget reis waarbij zoveel mogelijk gekampeerd en gekookt moest worden. Dit betekent dat er een bepaald budget is waarbinnen moet worden gebleven, inclusief af en toe een (gratis) “wildcamp”: ergens aan de kant van de weg stoppen, koken, slapen, ontbijten en weer verder. Dit alles om de kosten van de reis laag te houden. Dit was dan ook de goedkoopste reis die beschikbaar is: ver onder de prijs van rivalen zoals Tucan Travel, Oasis en Dragoman. Iedere kampeer dag had een groepje van drie personen de taak om eten te kopen, te koken, af te wassen en de bus te dweilen/ vegen en de volgende morgen het ontbijt te verzorgen. Daarna was een ander groepje aan de beurt en op deze manier moest iedereen gemiddeld 1x per week koken. Teamwerk dus, want zo gaat dat in het “overlanden”. In Zuid-Amerika is dit wel redelijk simpel omdat de meeste landen vrij modern zijn. Lange stukken lopen om water te halen of regelmatig de wielen van de bus uit de modder graven komt hier niet echt voor. Dit kunnen hele leuke reizen zijn, maar ook kan het door maar een paar rotte appels verschrikkelijk verpest worden. En dat was bij deze reis precies het geval.
Ze reisden met een omgebouwde vrachtwagen (laten we het voor het gemak maar een bus noemen) met capaciteit voor 40 passagiers. Dit soort “overland” bussen vervoert naast de algemene bagage ook tenten, stoelen, tafels, een complete keuken met gaspitten, potten, pannen en een paar grote koelboxen. Deze specifieke reis was een low-budget reis waarbij zoveel mogelijk gekampeerd en gekookt moest worden. Dit betekent dat er een bepaald budget is waarbinnen moet worden gebleven, inclusief af en toe een (gratis) “wildcamp”: ergens aan de kant van de weg stoppen, koken, slapen, ontbijten en weer verder. Dit alles om de kosten van de reis laag te houden. Dit was dan ook de goedkoopste reis die beschikbaar is: ver onder de prijs van rivalen zoals Tucan Travel, Oasis en Dragoman. Iedere kampeer dag had een groepje van drie personen de taak om eten te kopen, te koken, af te wassen en de bus te dweilen/ vegen en de volgende morgen het ontbijt te verzorgen. Daarna was een ander groepje aan de beurt en op deze manier moest iedereen gemiddeld 1x per week koken. Teamwerk dus, want zo gaat dat in het “overlanden”. In Zuid-Amerika is dit wel redelijk simpel omdat de meeste landen vrij modern zijn. Lange stukken lopen om water te halen of regelmatig de wielen van de bus uit de modder graven komt hier niet echt voor. Dit kunnen hele leuke reizen zijn, maar ook kan het door maar een paar rotte appels verschrikkelijk verpest worden. En dat was bij deze reis precies het geval.
Nienke werd gevraagd de begeleiding van deze reis halverwege over te nemen vanaf Cartagena in het noorden van Colombia. Dit zou vier en een halve maand gaan duren en Nienke had daar wel zin in want die kende Zuid-Amerika inmiddels op haar duimpje en miste het erg om daar te zijn. Ook zou ze weer met Jono gaan werken, de chauffeur van de reis met wie ze al eens eerder een reis had begeleid en met wie ze sindsdien bevriend was gebleven. Ze miste dit soort werk want ze vond de levensstijl heerlijk, altijd onderweg naar mooie plekken, nooit een idee welke dag het is, en ze vond het ook altijd leuk om direct met mensen te werken. De kans om hier bijna twee jaar later weer in te stappen greep ze dan ook met beide handen aan!
Het begon al niet zo goed. Een van de eerste dingen die er moest gebeuren was Puiloog op het matje roepen en hem een laatste waarschuwing geven. Best vervelend als je dat soort problemen erft middenin een al bestaande reis die je zelf net begint. Maar goed, deze man (een dikke, agressieve Iraniër van 65 jaar oud) had een aantal mensen op de tour bedreigd waaronder een kankerpatiënt. Hij had een kort lontje en was onstabiel en sommige mensen voelden zich niet op hun gemak met hem in de buurt. Samen met Jono werd dit met Puiloog besproken. Hem werd duidelijk uitgelegd dat als er nog één voorval zou komen, hij van de reis af zou worden gestuurd. Dit vond Puiloog niet leuk. Sterker nog, hij zat zo te trillen van woede dat zijn pelikanenkinnen 5 minuten later nóg na schokten. Je kon nu al zien dat dit niet meer goed zou komen, Met valse, hatelijke ogen zat hij te broeden op wraak.
De trip ging van start en Nienke leerde alle passagiers kennen. “I’m a doctor, you know” zei Briebel, een vieze oudere man met schilfers op zijn gezicht, bonken snot aan zijn buitenste neusharen, het avondeten van de dag daarvoor nog in de mondhoeken en een odeur van dagenoud zweet gemengd met ongewassen smegma. In zo’n beetje iedere derde zin die hij uitte werd vermeld dat Nienke haar werk goed deed en dat hij een dokter was. Briebel hield wel van een borrel en op een dag toen de groep de grens over moest was hij zo dronken dat hij alleen nog maar zijwaarts kon zwalken. Het was tien uur ‘s morgens. Juf Nienke was erg boos en stuurde hem terug de bus in. Gelukkig waren er problemen aan de grens en konden ze pas uren later de paspoorten laten stempelen en tegen die tijd was Dokter Briebel weer redelijk nuchter. “Ik was niet dronken, ik had een anti-allergie pil genomen tegen de hooikoorts en daar word je zo van,” jokte hij. “I’m a doctor, you know!”
Kort daarna kampeerde de groep op een plaats waar vleermuizen zaten. Toen Jankie (een psychopathische, naar aandacht hunkerende, betweterige Koreaans-Amerikaanse met een hoogst irritant neplachje dat volgt na ieder zinnetje dat ze uitkraamt, huh huh huh, hah, haaah!) twee dagen later van iemand hoorde dat daar vleermuizen hadden gezeten, was ze er ineens van overtuigd dat ze door een vleermuis was gebeten. Een beet kon ze nergens aantonen. Wel stond ze erop dat we terug zouden reizen naar de plaats waar twee dagen daarvoor gekampeerd was, zodat de vleermuis in kwestie (die haar de fantoombeet had gegeven) kon worden opgespoord, gevangen en getest op hondsdolheid. Want ja, zo werkt dat, huh huh huh, hah, haaah!
Kort daarna kampeerde de groep op een plaats waar vleermuizen zaten. Toen Jankie (een psychopathische, naar aandacht hunkerende, betweterige Koreaans-Amerikaanse met een hoogst irritant neplachje dat volgt na ieder zinnetje dat ze uitkraamt, huh huh huh, hah, haaah!) twee dagen later van iemand hoorde dat daar vleermuizen hadden gezeten, was ze er ineens van overtuigd dat ze door een vleermuis was gebeten. Een beet kon ze nergens aantonen. Wel stond ze erop dat we terug zouden reizen naar de plaats waar twee dagen daarvoor gekampeerd was, zodat de vleermuis in kwestie (die haar de fantoombeet had gegeven) kon worden opgespoord, gevangen en getest op hondsdolheid. Want ja, zo werkt dat, huh huh huh, hah, haaah!
Omringd met plastic vuilniszakken vol met haar spullen (waaronder acht paar schoenen en twee beautycases vol met make-up) zat ze in de bus haar tanden te poetsen met een bananenschil (?) toen Juf Nienke haar zei dat dit grote onzin was. Boos stampvoetend gilde Jankie uit dat het niet eerlijk was, onprofessioneel, en zeker omdat ze Koreaanse was. huh huh huh, hah, haaah! Juf Nienke negeerde het maar wijs, en naarmate de weken voorbijkropen leerde ze zo’n beetje alles te negeren wat er uit Jankie’s bek kwam. Leugens, waanideeën en aandachttrekkerij, er was niemand in de groep die haar ook maar een beetje mocht maar dat kwam door iedereen en dat was niet eerlijk en het was zeker omdat ze Koreaanse was. “huh huh huh, hah, haaah!” “Je doet het goed hoor Nienke,” zei Briebel.
Bullebakka was weer eens aan de beurt om te koken. Bullebakka is een Italiaanse en het viel Juf Nienke op dat iedere keer als zij in een kookgroep zat, het eten niet te vreten was. Een snel bijeengeflikkerd prutje van bonen en mais uit blik met ketchup erdoorheen geprakt. Ze had de groep zelfs een keer koude kip en patat voorgeschoteld die ze eerder die middag in een snackbar had gekocht! Juf Nienke sprak haar hier dan ook op aan en zei dat ze betere kwaliteit en vers eten moest inkopen en klaarmaken. “These people are used to eating shit, so they can eat shit!” sprak Bullebakka verbitterd. Dit zette de toon voor Bullebakka en de manier waarop zij met mensen omging. Pesten, hatelijke namen roepen, mensen met de elleboog tegen de muur duwen wanneer ze langs ze liep, deze vrouw was dik in de zestig maar je zou denken dat ze in haar tienerjaren is blijven hangen! Zij en Puiloog waren de pestkoppen van de reis, ze zochten er ook altijd specifieke mensen uit om te pesten en altijd net wanneer de Juf niet keek! Ze vulden elkaar dan ook perfect aan en waren dikke vrienden. “This is delicious, Bullebakka, just delicious! “ riep Puiloog iedere keer verrukt uit wanneer ze weer eens een onvreetbare prut te lang gekookte pasta met olijfolie als saus voorschotelde terwijl de rest van de groep vol afgrijzen toekeek en vervolgens maar een hamburgertje haalde.
Tijdens een plaspauze onderweg kwam Puiloog verontwaardigd naar Juf Nienke toe rennen, zijn vette pens wapperend in de wind. “Nienke, Nienke! Weet je wat Jankie tegen me zei???” waarop Jankie ook kordaat aan kwam stappen, roepend dat hij begon en dat het niet eerlijk was” huh huh huh, hah, haaah!” Als kleine kinderen schreeuwden ze over elkaar heen. “STILTE” riep Juf Nienke. Nadat ze ieder kind een voor een zijn verhaal had laten doen bleek dat Puiloog (64) naast Jankie (47) was komen zitten in de bus. Jankie werd daar boos om en riep uit dat dat háár stoel was. Hij MOCHT niet naast haar zitten want hij had harige benen en ze wilde niet dat zijn beenharen haar benen aan zouden raken. Daarop had Puiloog geopperd dat zij stonk. “Dat is niet eerlijk want hij zegt dat alleen maar omdat ik Koreaanse ben huh huh huh, hah, haaah! “ JEZUS CHRISTUS!” riep Juf gefrustreerd uit. “Ik weet niet wat ik erger vind. Dat jullie zo tegen elkaar praten of dat jullie vinden dat jullie dit aan mij moeten komen vertellen! EN NU VOOR STRAF IN DE HOEK!” Hoofdschuddend van ongeloof liep Juf Nienke weg terwijl Puiloog en Jankie zich op een argeloze Jono stortten in een tweede poging hun gelijk te halen.
Tijdens een plaspauze onderweg kwam Puiloog verontwaardigd naar Juf Nienke toe rennen, zijn vette pens wapperend in de wind. “Nienke, Nienke! Weet je wat Jankie tegen me zei???” waarop Jankie ook kordaat aan kwam stappen, roepend dat hij begon en dat het niet eerlijk was” huh huh huh, hah, haaah!” Als kleine kinderen schreeuwden ze over elkaar heen. “STILTE” riep Juf Nienke. Nadat ze ieder kind een voor een zijn verhaal had laten doen bleek dat Puiloog (64) naast Jankie (47) was komen zitten in de bus. Jankie werd daar boos om en riep uit dat dat háár stoel was. Hij MOCHT niet naast haar zitten want hij had harige benen en ze wilde niet dat zijn beenharen haar benen aan zouden raken. Daarop had Puiloog geopperd dat zij stonk. “Dat is niet eerlijk want hij zegt dat alleen maar omdat ik Koreaanse ben huh huh huh, hah, haaah! “ JEZUS CHRISTUS!” riep Juf gefrustreerd uit. “Ik weet niet wat ik erger vind. Dat jullie zo tegen elkaar praten of dat jullie vinden dat jullie dit aan mij moeten komen vertellen! EN NU VOOR STRAF IN DE HOEK!” Hoofdschuddend van ongeloof liep Juf Nienke weg terwijl Puiloog en Jankie zich op een argeloze Jono stortten in een tweede poging hun gelijk te halen.
Smullie is een hele lieve dikke Duitse vrouw die de helft van de tijd zonder het door te hebben in het Duits kwebbelt tegen iedereen en vooral tegen zichzelf. Ze loopt niet, ze stommelt, en als ze eet, zit, stommelt, opstaat of gaat zitten komt er altijd een enorm gekreun en gesteun bij ten gehore. Het is ook al vele malen gebeurd dat er een dikke scheet naar buiten kwam wanneer ze boog om te gaan zitten of staan of zich de trap op hees....dit lijkt voor haarzelf altijd ongemerkt te gaan, de groep daarentegen zat altijd vol ongeloof te kijken als er zonder blikken of blozen weer een dikke tetter uit haar gat kwam gieren. Smullie is nogal gulzig en heeft het vaak over lekkere worstjes. Wanneer het eten werd opgediend stond ze altijd al als eerste vooraan in de rij, met gulzige ogen loerend naar wat er in de pannen zit, haar bordje stevig in de knuisten geklemd. Toen de groep in Torres del Paine was, een van de allermooiste natuurgebieden van Zuid-Amerika in het zuiden van Chile, was er voor iedereen ook lunch ingeslagen omdat er in dat park weinig te krijgen is. Juf zag Smullie met een boterham lopen met 4 plakken kaas en 4 plakken ham erop. “Smullie!” riep Juf. “Daar moeten we vier dagen mee doen, dat beleg, vind je dat nou echt normaal dat je zoveel op je boterham doet? Je beleg is dikker dan de boterham zelf en zo hebben we nooit genoeg, stel je voor dat iedereen dat doet!” Verontwaardigd draaide Juf zich om en zag dat verscheidene anderen precies hetzelfde in hun hebberige handen hadden gepropt. Juf kreeg ondertussen een steeds grotere hekel aan mensen.
Het was tijd om de excursies te boeken en te betalen. Dit was een onderdeel dat op deze tour eigenlijk door iedere passagier zelf moest worden onderzocht en geboekt, ze hadden allemaal hun Lonely Planet of een laptopje met toegang tot het WereldWijde orakel der Web om te Googlen wat er beschikbaar was en hoeveel dit kostte. Dit stond ook zo in de boekingsvoorwaarden van de reis, iedereen moest zijn eigen excursies plannen en regelen en zo was dit ook gegaan tot Juf het overnam in Colombia. Maar omdat Juf dit al zo vaak had gedaan en alle contacten nog in haar telefoon en e-mails had bewaard, deed ze dit graag voor de groep. Op deze manier kon iets van tevoren worden geboekt en kon het zo worden gecoördineerd dat ze ergens aankwamen en meteen op excursie konden. Er was wel de voorwaarde dat wanneer iemand iets wilde boeken, hij dan wel het geld van tevoren moest betalen, want anders gaan mensen op het laatste moment misschien cancelen en dat kan niet want dan nemen de reisbureaus nooit meer een boeking van die organisator aan. Zo werkt dat bij iedere reisorganisatie.
In La Paz ging een flink deel van de groep de Death Road fietsen: een weg die tegenwoordig bijna alleen nog maar door toeristen wordt gebruikt om vanaf te fietsen. Het is een weg met een hoog, steil ravijn aan de linkerkant, en als je daar overheen tuimelt dan breng je er niet levend vanaf. Jankie moest en zou de eerste zijn en bracht verschillende mensen in gevaar door vlak langs ze te scheren in haar zielige pogingen om vooraan te komen. Na verscheidene waarschuwingen van de gids raakte ze buiten het gezichtsveld. Toen de groep kort daarna de bocht om fietste lag ze daar, plat op haar rotkop. “Was ik niet op de een of andere fietstocht ofzo?” stamelde ze, in een achterlijke belachelijke poging te doen alsof ze haar geheugen kwijt was zodat ze aandacht zou krijgen. "I'm a doctor, you know! You will be okay!” riep Briebel. Van de gids mocht ze niet meer verder fietsen maar moest ze in het busje zitten. Met plaatsvervangende schaamte keek de rest van de groep toe terwijl Jankie krijsend, razend, tierend en huilend stampvoette dat ze wél verder wou en dat het NIET eerlijk was maar de gids hield voet bij stuk. Mokkend zat ze achterin het busje te snikken en werd daarna naar het ziekenhuis gebracht om een röntgenfoto te laten maken. Op de foto was natuurlijk niks te zien. Ze droeg deze enorme foto tijdens de rest van de reis steeds bij zich, met haar zich immer uitbreidende berg met rotzooi in plastic tassen die ze om zich heen verzamelde. Juf vroeg haar waarom ze dat ding niet gewoon weggooide, er was toch niks op te zien! Waarop ze antwoordde dat het een foto van haar prachtige schedel was en dat ze die toch niet weg kon gooien, huh huh huh, hah, haaah! Met een mix van walging en minachting keek Juf haar aan, terwijl ze haar voor haar geestesoog met een heet strijkijzer de hersenpan herhaaldelijk inramde (met de puntige kant).
Een keer was er een prachtige excursie in de Chileense Atacama woestijn, sterrenkijken met een astronoom, en daarna een bezoek aan 12 verschillende telescopen die van tevoren al waren ingesteld. Juf had de kinderen er verscheidene malen aan herinnerd dat ze dit moesten betalen en vertelde die dag dat dit alleen vandaag nog kon, wie om zes uur die avond niet had betaald zou worden gecanceld. Die avond hadden alle kinderen netjes hun centjes betaald, behalve Puiloog en Zuurtje, zijn halfzachte maatje met een kop als een verschrompelde teelbal waarbij de mond permanent zuur en ontevreden naar beneden hangt. De toer was vol dus ze konden het zelf ook niet gauw nog even boeken.
“Nee hoor,” zei Zuurtje. “Ik heb dat nooit geboekt.” Dat tegendeel was erg makkelijk te bewijzen, want de groep had een Facebookpagina waarop Zuurtje duidelijk had aangegeven dat hij mee wilde. Juf maakte heel kinderachtig een screenshot van dit bewijs en postte het op Facebook. Ze zou hem wel even op zijn plek zetten. Zuurtje sprak daarna verbitterd een aantal weken niet meer met Juf.
“Waarom vroeg jij niet of iemand anders niet even voor mij kon betalen? Iedereen had dat graag voor mij betaald als jij even had nagedacht en dat aan iemand voor mij had gevraagd!” riep Puiloog verontwaardigd uit toen Juf hem vertelde dat ze voor hem niet had geboekt. Zijn wangrollen lilden erover en zijn gele ogen plopten bijna uit zijn kop. Dat was voor Juf de druppel. “Jullie mogen je eigen excursies weer regelen vanaf nu, ik doe het niet meer!” riep ze uit. Volgens de liegbeesten was dat uitermate schandalig, Laura, de voormalige tourleader, deed het ook altijd al voor ze! Het was haar werk! Haar taak was hen te bedienen in wat ze nodig hadden! “You are here to serve us, that is your only task” zei die walgelijke harige kwal Puiloog. Juf Nienke reageerde maar niet, al had ze in haar fantasie al talloze keren zijn puilogen met haar duimen zijn kop ingedrukt met meteen een flinke trap in zijn zak erachteraan om zeker van te zijn dat de boodschap over was gekomen.
Jono had haar altijd al gewaarschuwd, vanaf de eerste dag. “Je moet niet teveel voor ze doen,” zei hij keer op keer als ze weer wat voor ze aan het regelen was. “Ze zullen je er niet dankbaar voor zijn en als je het eens een keer niet doet dan wordt het zelfs tegen je gebruikt, let op mijn woorden.” En hij had gelijk.
Een keer was er een prachtige excursie in de Chileense Atacama woestijn, sterrenkijken met een astronoom, en daarna een bezoek aan 12 verschillende telescopen die van tevoren al waren ingesteld. Juf had de kinderen er verscheidene malen aan herinnerd dat ze dit moesten betalen en vertelde die dag dat dit alleen vandaag nog kon, wie om zes uur die avond niet had betaald zou worden gecanceld. Die avond hadden alle kinderen netjes hun centjes betaald, behalve Puiloog en Zuurtje, zijn halfzachte maatje met een kop als een verschrompelde teelbal waarbij de mond permanent zuur en ontevreden naar beneden hangt. De toer was vol dus ze konden het zelf ook niet gauw nog even boeken.
“Nee hoor,” zei Zuurtje. “Ik heb dat nooit geboekt.” Dat tegendeel was erg makkelijk te bewijzen, want de groep had een Facebookpagina waarop Zuurtje duidelijk had aangegeven dat hij mee wilde. Juf maakte heel kinderachtig een screenshot van dit bewijs en postte het op Facebook. Ze zou hem wel even op zijn plek zetten. Zuurtje sprak daarna verbitterd een aantal weken niet meer met Juf.
“Waarom vroeg jij niet of iemand anders niet even voor mij kon betalen? Iedereen had dat graag voor mij betaald als jij even had nagedacht en dat aan iemand voor mij had gevraagd!” riep Puiloog verontwaardigd uit toen Juf hem vertelde dat ze voor hem niet had geboekt. Zijn wangrollen lilden erover en zijn gele ogen plopten bijna uit zijn kop. Dat was voor Juf de druppel. “Jullie mogen je eigen excursies weer regelen vanaf nu, ik doe het niet meer!” riep ze uit. Volgens de liegbeesten was dat uitermate schandalig, Laura, de voormalige tourleader, deed het ook altijd al voor ze! Het was haar werk! Haar taak was hen te bedienen in wat ze nodig hadden! “You are here to serve us, that is your only task” zei die walgelijke harige kwal Puiloog. Juf Nienke reageerde maar niet, al had ze in haar fantasie al talloze keren zijn puilogen met haar duimen zijn kop ingedrukt met meteen een flinke trap in zijn zak erachteraan om zeker van te zijn dat de boodschap over was gekomen.
Jono had haar altijd al gewaarschuwd, vanaf de eerste dag. “Je moet niet teveel voor ze doen,” zei hij keer op keer als ze weer wat voor ze aan het regelen was. “Ze zullen je er niet dankbaar voor zijn en als je het eens een keer niet doet dan wordt het zelfs tegen je gebruikt, let op mijn woorden.” En hij had gelijk.
Wanneer iemand in de kookgroep niet kan omdat hij andere plannen had, dan laat hij dat meestal even weten en wordt er onderling geruild. Zuurtje ging de hele dag de hort op, zonder dit aan iemand te melden. Norm, een hele lieve oudere man (77) was met Juf en de meesten van de groep de hele dag op een excursie geweest waarbij na afloop veel wijn werd gedronken. Hij was de andere persoon voor de kookgroep van die dag en kon niet veel meer betekenen, hij kon nog net in een stoel gaan zitten. Dit liet als enige Hugo over; een hele aardige Duitse wetenschapper die geen wetenschap over koken heeft. Gelukkig waren er wat vrijwilligers die Hugo een handje hielpen, maar dit moest niet nog een keer gebeuren dus Juf vroeg aan Zuurtje toen hij de volgende dag ‘s avonds kwam eten of hij in de toekomst vooraf met iemand anders kon ruilen als hij er niet zou zijn. Boos zei hij dat hij dan vanavond niet mee zou eten en stormde weg, het hoofd lachwekkend opgeheven in de lucht. Juf dacht: “Huh? Wat heeft dat er nou weer mee te maken, alsof je als je één keer niet mee-eet, de hele week dan niet hoeft te koken?” Tien dagen later kwam de leugenachtige testikelkop naar Juf toegestormd, hij had zich helemaal drukgemaakt en stond te trillen van de adrenaline. “Ik had die keer dat ik moest koken wél iemand geregeld, ik had Smullie gevraagd en Smullie hielp toen toch!” Juf had geen idee waar dít nou ineens weer vandaan kwam, of waarom hij er nu, zo lang na het voorval, weer over begon. Smullie stond ernaast en zei: “neeeee, jij had mij helemaal niks gevraagd! Jij staat te liegen! Ik had toen geholpen omdat die arme Hugo anders alleen zou zijn, maar jij had mij niks gevraagd dus jij moet nu niet gaan liegen!” “Goed zo, Smullie,” dacht Juf glunderend. Sinds dat voorval had Zuurtje geen woord meer tegen Smullie gezegd, haatdragend als hij is. Onnodig erbij te vermelden dat hij dikke vrienden is met Puiloog en Bullebakka, die drie waren onafscheidelijk.
Met Kerst hadden Juf en Jono zich een beetje uitgesloofd. Zij hadden een kerstmaaltijd gemaakt waar ze toch wel de hele middag mee bezig waren geweest. Briebel was zo bezopen, hij viel steeds in slaap -tussen het vertellen dat hij dokter was, en dat Juf haar werk goed deed - door (“I’m a doctor, you know. You’re doing a great job!”). Hij werd steeds vaker straallazerus en was dan strontvervelend. De dag ervoor had de respectabele Dokter Briebel zowaar in zijn broek gepist en dat had hij niet eens in de gaten. Toen Juf uitriep: “heb jij nou gewoon in je broek zitten pissen, grote smeerlap!” keek hij scheel naar zijn kruis en zei dat het niet zo erg was want het was alleen maar het laatste beetje – al zat er een enorme natte vlek in zijn kruis en naar beneden langs beide benen – en voor iedereen duidelijk te zien. Dat was zeker niet het laatste beetje geweest, maar de laatste druppel was het wel. Het maakte Briebel niet uit, hij bleef nog uren vrolijk verder tanken en droeg de daaropvolgende dagen nog steeds dezelfde gore piskleren. Dokter Briebel.
“Ik moet maar een gesprek met hem aangaan want dit kan zo niet verder,” dacht de Juf. “Het zal niet meer gebeuren! I’m a doctor you know!” riep Briebel toen hij de volgende morgen op zijn zuipwangedrag werd aangesproken. Hij vertelde dat zijn vrouw de laatste maand ook zou gaan meereizen tot Rio. Dan zou hij zich echt niet weer zo gedragen, want dat zou ze nooit pikken. Je doet je werk echt goed, weet je! Zei hij voor de laatste keer. Briebel kwam zijn belofte ook na: zodra zijn vrouw erbij was vertoonde hij zich ineens geschoren en gewassen. En ook al stonk hij nog wel, hij had meestal geen bonken snot en oorsmeer meer aan zijn hoofdgatenharen hangen en ook geen aangekoekte etensresten meer aan zijn kin. Een hele verbetering dus. Helaas veranderde er meer dan zijn hygiëne. Zodra Mevrouw Dokter Briebel zich bij het gezelschap voegde werd Juf de vijand. Alles wat ze sindsdien zei of deed werd ondermijnd, belachelijk gemaakt, tegengesproken, verdraaid en zelfs op de Facebookgroepspagina werd geschreven wat ze gezegd zou hebben en hoe belachelijk hij dit vond (waarna Juf dit diep zuchtend en hoofdschuddend verwijderde). Ja, ook de respectabele Dokter Briebel veranderde van de ene op de andere dag van een irritante, gênante maar gemoedelijke kater in een achterbakse bully. “Wat zijn mensen toch doorzichtig en kut,” dacht Juf een beetje triest en vol verachting.
“Ik moet maar een gesprek met hem aangaan want dit kan zo niet verder,” dacht de Juf. “Het zal niet meer gebeuren! I’m a doctor you know!” riep Briebel toen hij de volgende morgen op zijn zuipwangedrag werd aangesproken. Hij vertelde dat zijn vrouw de laatste maand ook zou gaan meereizen tot Rio. Dan zou hij zich echt niet weer zo gedragen, want dat zou ze nooit pikken. Je doet je werk echt goed, weet je! Zei hij voor de laatste keer. Briebel kwam zijn belofte ook na: zodra zijn vrouw erbij was vertoonde hij zich ineens geschoren en gewassen. En ook al stonk hij nog wel, hij had meestal geen bonken snot en oorsmeer meer aan zijn hoofdgatenharen hangen en ook geen aangekoekte etensresten meer aan zijn kin. Een hele verbetering dus. Helaas veranderde er meer dan zijn hygiëne. Zodra Mevrouw Dokter Briebel zich bij het gezelschap voegde werd Juf de vijand. Alles wat ze sindsdien zei of deed werd ondermijnd, belachelijk gemaakt, tegengesproken, verdraaid en zelfs op de Facebookgroepspagina werd geschreven wat ze gezegd zou hebben en hoe belachelijk hij dit vond (waarna Juf dit diep zuchtend en hoofdschuddend verwijderde). Ja, ook de respectabele Dokter Briebel veranderde van de ene op de andere dag van een irritante, gênante maar gemoedelijke kater in een achterbakse bully. “Wat zijn mensen toch doorzichtig en kut,” dacht Juf een beetje triest en vol verachting.
De weken gingen voorbij. Bullebakka gooide expres Jankie’s schone handwas op de modderige grond die op een stoel hing te drogen en elleboogde Smullie een paar keer in de zij in het voorbijgaan. Ze trok een tas uit het bagagerek en liet die expres in Jankie’s buik landen die naast haar stond. Puiloog siste Jankie regelmatig toe dat ze minder dan een stuk stront was en Jankie krijste dan terug dat hij op moest rotten en zelf een stuk stront was. Puiloog rochelde een paar haarballen op en Smullie smikkelde van allerlei lekkere hapjes. Jankie pakte herhaaldelijk haar tassen in het midden van de nacht opnieuw in, met allerlei krakende plastic tassen waardoor ze de hele kamer wakker maakte. Iedere keer als Juf haar daar op aansprak jokte die stoute Jankie dat dit niet waar was en dat iedereen loog. Juf zei dat ze dit niet geloofde en dat het al vele malen eerder was gebeurd en de hele groep inmiddels over haar geklaagd had. “Als jij dood bent en bij de Heer op de Dag des Oordeels op het matje moet komen dan zul je wel te horen krijgen dat ik dit nooit heb gedaan en je zult er voor branden in de hel!” schreeuwde Jankie verontwaardigd. En terecht.
Inmiddels was er weer een klacht binnen gekomen tegen Puiloog. Verscheidene klachten van Jankie, maar daar kon Juf niks aan doen want hij deed het altijd op een manier dat niemand anders het zag dus dan kon Juf er ook niks van zeggen. Maar nu was er ook een klacht van Blondie, een hele leuke vrouw (ja, leuke mensen zaten er gelukkig ook tussen) uit Canada die ook al sinds Alaska op de tour zat. Ze vertelde dat hij haar in het donker in de toiletten opgewacht en bedreigd had. Hij was boos omdat ze geen interesse in hem had toen hij haar een keer mee uit vroeg in Cartagena, inmiddels 3 maanden geleden. Haatdragend als dit dikke minne mannetje is, had hij zich hier al die tijd boos over gemaakt en dat kwam er nu uit. Blondie noemde hem een gluiperige pedofiel en zei dat hij uit haar buurt moest blijven en vertrok de volgende dag naar een hotel. Ze schreef Juf daar vandaan om te zeggen dat ze zich niet meer veilig voelde met hem in de buurt. DIT IS HET, dacht Juf. Nu kunnen we hem wegsturen. Ze schreef naar haar baas en Jono schreef hem ook. Jono en Juf wilden hem allebei al lange tijd kwijt want hij werd steeds bozer en onstabieler en zocht steeds vaker ruzie en dat terwijl hij zijn laatste waarschuwing al had gekregen. Hij werd gauw woedend en zat dan gelijk te trillen en te lillen, zijn ogen en worstige wangen onwillekeurige spiersamentrekkingen vertonend. Tegen Juf zelf tierde hij ook steeds vaker over dingen waar hij zich helemaal niet mee had te bemoeien, de bazige harige Puiloog. Ze waren hem allemaal meer dan zat, zelfs de liefste, meest geduldige mensen konden hem wel schieten en begrepen niet wat hij hier nog steeds deed.
Helaas betekende een laatste waarschuwing voor deze organisatie niet wat het voor de meeste overlandbedrijven wel zou hebben betekend. Zij wilden hem er helemaal niet afsturen want hij had twee nieuwe tours bij hen geboekt en als ze hem hier van af stuurden dan kon hij die tours ook niet doen en liepen zij dat geld mis. Hun excuus tegen Blondie: “zij noemde hem een pedofiel dus dan is het normaal dat hij iets terugdoet.” Zoals haar opwachten en bedreigen in het donker, middenin de nacht, wanneer zij naar de wc gaat? Sindsdien hebben we Blondie nauwelijks nog gezien, ze was meestal in een ander hotel. De klootzakken nemen de overhand en krijgen precies wat ze willen en de goeie mensen trekken zich terug en houden zich maar stil, dacht Juf gedesillusioneerd.
Uruguay is een van de duurste landen in Zuid-Amerika, samen met Chile. Juf probeerde een hostel te zoeken in Montevideo, de hoofdstad van Uruguay. Het was onmogelijk iets te vinden wat binnen het budget paste, de meeste kamers waren bijna twee keer de waarde van het budget dus de enige optie die overbleef was kamperen net buiten de stad. Er gingen bussen vanaf de camping naar de stad voor degenen die Montevideo wilden bekijken en de camping was gelegen aan zee. Dokter Briebel had de hele groep stiekem opgehitst de tour te verlaten en had hen wijsgemaakt dat Juf het volledige budget had opgemaakt en dat er geen geld meer was en dat ze daarom van nu af aan moesten kamperen. Acht personen gingen weg nadat Puiloog gauw nog even van de gelegenheid gebruik maakte om lekker tegen Juf te kijven over hoe slecht ze alles regelde. Dokter Pisvlek stond ernaast, wild hoofdschuddend om te laten weten hoe oneens hij het met deze camping was, en hoe teleurgesteld hij was. Opgelucht dat dit stel Hufters een paar dagen optyfte veegde ze Puiloog’s schreeuwspeeksel van haar wang. Gelukkig had ze haar baas geschreven om te laten weten wat de prijzen waren en dat ze wilde kamperen en hij stond voor 100 procent achter haar beslissing.
Smullie was aan de beurt om te koken. “Aardappelpuree met een lekker worstje!” riep ze verheerlijkt met smakkende lippen. “That woman is a piece of shit, and I refuse to speak to a piece of shit, and I will not eat that shit food” gromde Bullebakka zonder enige aanleiding.
“Waarom kookt het water verdomme nog niet? Ik wil koffie!” gromde Puiloog haar de volgende morgen toe. “Ja, het komt er zo aan, ik heb net een tweede ketel opgezet want de eerste is net leeg!” riep Smullie zenuwachtig. “Puiloog, doe jij eens even normaal!” riep Juf verontwaardigd. “JIJ bent de tourleader, JIJ hoort dit soort dingen tegen haar te zeggen en als JIJ dat niet doet dan vertel IK haar wel dat ze het niet goed doet!” blafte de vrouwen hatende, harige, puilogige, pelikanenkinnenplofkip Juf toe. Juf krabde haar hoofd, fronsend van ongeloof. Ze wist zomaar eens helemaal niet wat ze hier nou op moest zeggen.
Helaas betekende een laatste waarschuwing voor deze organisatie niet wat het voor de meeste overlandbedrijven wel zou hebben betekend. Zij wilden hem er helemaal niet afsturen want hij had twee nieuwe tours bij hen geboekt en als ze hem hier van af stuurden dan kon hij die tours ook niet doen en liepen zij dat geld mis. Hun excuus tegen Blondie: “zij noemde hem een pedofiel dus dan is het normaal dat hij iets terugdoet.” Zoals haar opwachten en bedreigen in het donker, middenin de nacht, wanneer zij naar de wc gaat? Sindsdien hebben we Blondie nauwelijks nog gezien, ze was meestal in een ander hotel. De klootzakken nemen de overhand en krijgen precies wat ze willen en de goeie mensen trekken zich terug en houden zich maar stil, dacht Juf gedesillusioneerd.
Uruguay is een van de duurste landen in Zuid-Amerika, samen met Chile. Juf probeerde een hostel te zoeken in Montevideo, de hoofdstad van Uruguay. Het was onmogelijk iets te vinden wat binnen het budget paste, de meeste kamers waren bijna twee keer de waarde van het budget dus de enige optie die overbleef was kamperen net buiten de stad. Er gingen bussen vanaf de camping naar de stad voor degenen die Montevideo wilden bekijken en de camping was gelegen aan zee. Dokter Briebel had de hele groep stiekem opgehitst de tour te verlaten en had hen wijsgemaakt dat Juf het volledige budget had opgemaakt en dat er geen geld meer was en dat ze daarom van nu af aan moesten kamperen. Acht personen gingen weg nadat Puiloog gauw nog even van de gelegenheid gebruik maakte om lekker tegen Juf te kijven over hoe slecht ze alles regelde. Dokter Pisvlek stond ernaast, wild hoofdschuddend om te laten weten hoe oneens hij het met deze camping was, en hoe teleurgesteld hij was. Opgelucht dat dit stel Hufters een paar dagen optyfte veegde ze Puiloog’s schreeuwspeeksel van haar wang. Gelukkig had ze haar baas geschreven om te laten weten wat de prijzen waren en dat ze wilde kamperen en hij stond voor 100 procent achter haar beslissing.
Smullie was aan de beurt om te koken. “Aardappelpuree met een lekker worstje!” riep ze verheerlijkt met smakkende lippen. “That woman is a piece of shit, and I refuse to speak to a piece of shit, and I will not eat that shit food” gromde Bullebakka zonder enige aanleiding.
“Waarom kookt het water verdomme nog niet? Ik wil koffie!” gromde Puiloog haar de volgende morgen toe. “Ja, het komt er zo aan, ik heb net een tweede ketel opgezet want de eerste is net leeg!” riep Smullie zenuwachtig. “Puiloog, doe jij eens even normaal!” riep Juf verontwaardigd. “JIJ bent de tourleader, JIJ hoort dit soort dingen tegen haar te zeggen en als JIJ dat niet doet dan vertel IK haar wel dat ze het niet goed doet!” blafte de vrouwen hatende, harige, puilogige, pelikanenkinnenplofkip Juf toe. Juf krabde haar hoofd, fronsend van ongeloof. Ze wist zomaar eens helemaal niet wat ze hier nou op moest zeggen.
“Heil Hitler!” riep Bullebakka toen ook zij op water stond te wachten. Juf was hier natuurlijk weer eens niet bij en hoorde het verhaal later aan van een trieste Smullie. “Wat is er toch in godsnaam met dat stel mongolen aan de hand, dat ze denken dat ze zo tegen iemand kunnen praten? Dat ze überhaupt ZIN hebben, ervan genieten, om iemand zo te haten en te behandelen en een rotgevoel te bezorgen? Gewoon om gemeen te zijn? Ik begrijp het gewoon niet!” riep Juf gefrustreerd uit. Jono liep langs en vroeg wat er aan de hand was. Ook hij stak zijn ongeloof niet onder stoelen of banken. “Wat BEZIELT iemand om zomaar zonder reden Heil Hitler tegen iemand te zeggen? Wie dóét dat nou!” Puiloog kwam net terug hobbelen, zijn vette ruggen alle kanten opkabbelend. Hij begon te trillen en zijn gezicht begon aan alle kanten te knipperen. “Hoe DURVEN jullie zo over mijn goede vriendin Bullebakka te praten achter haar rug om!” schreeuwde hij uit, spuug vloog alle kanten op terwijl hij sprak. Kalm zei Juf dat ze alle recht heeft zoiets met haar collega te bespreken, en dat de enige die hier fout zat Bullebakka was met haar racistische kutopmerking en eeuwige ruziezoekerij. Ze gaat in de bus expres naast Jankie zitten en dan het raam dichtschuiven als het open is, of het raam juist openschuiven als het dicht is. Jankie laat zich niet kennen (huh huh huh, hah, haaah!) en schuift het raam weer de andere kant op en zo gaat dat een tijdje verder tot iemand in frustratie uitroept dat ze onmiddellijk moeten ophouden. Ze elleboogt haar tegen een stoelleuning of tegen de muur, geeft haar een por in haar zij als ze langsloopt. Dit mens is dik in de 60! Wat BEZIELT zo iemand toch om zich zo te gedragen en om zo’n hatelijk persoon te willen zijn? Juf kon er met haar pet niet bij. “Ik háát deze groep,” dacht ze bij zichzelf, niet voor de eerste keer, en telde de dagen af, ook niet voor de eerste keer. “Sausage?” zei Smullie.